Veel eerstelijnspraktijken vrezen voortbestaan

maandag 18 mei 2015
timer 4 min
Zorggroepen in de eerste lijn hebben zorgen over hun voorbestaan. Dat blijkt uit onderzoek van Nivel in opdracht van InEen. Knelpunten zijn onder andere de contractering en het achterblijven van investeringen.

Deze resultaten staan in schril contrast met de beoogde versterking van de eerste lijn zoals afgesproken in het Bestuurlijk akkoord van 2013 en de afspraken over de nieuwe bekostigingssystematiek voor huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg die in juli 2014 werden gesloten met VWS en Zorgverzekeraars Nederland. De cijfers geven een duidelijk beeld voor een verbeterslag die deze partijen samen willen maken voor de komende contracteringsronde.

 

Noodzakelijk innovatie komt in het gedrang

In het snel veranderende zorglandschap krijgt de huisartsenzorg een steeds grotere rol. De ontwikkelingen vragen om intensieve samenwerking tussen zorgverleners onderling en tussen de verschillende domeinen (zorg, welzijn, GGZ). Op alle fronten is behoefte aan nieuwe werkwijzen en andere vormen van innovatie om de algemeen gedeelde behoefte aan zinnige en zuinige zorg dichtbij huis vorm te geven. In het Bestuurlijk akkoord is afgesproken dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken maken over hoe substitutie van zorg van tweede naar eerste lijn plaats kan hebben. Volgens ongeveer de helft van de respondenten gebeurt dit. Dit percentage is gelijk aan het jaar daarvoor. Dat geeft aan dat de afgesproken extra aandacht en ruimte voor substitutie nog onvoldoende geboden wordt.

 

Een andere afspraak uit het Bestuurlijk akkoord is de 2,5% groei van het budgettaire kader tussen 2015-2017. Waarvan 1,5% is bestemd voor substitutie, innovatie en prestatiebeloning. De respondenten geven aan dat de omvang van de afgesproken productie in het kader van innovatie hoger is dan vorig jaar. De resterende 1% groei uit het budgettaire kader is voor reguliere groei. De ketenzorggroepen en gezondheidscentra geven aan dat in meerderheid van de gevallen geen ruimte bestond voor indexering van de tarieven. Over het algemeen liggen de tarieven voor ketenzorg lager dan vorig jaar.

 

Slechts een kwart van de respondenten is tevreden over de bijbehorende tarieven. “De verzekeraars hanteren budgetten die achterlopen op de groeiende vraag naar ketenzorg en geïntegreerde eerstelijnszorg, en men knijpt daarom de tarieven voor zorggroepen en gezondheidscentra af. Men stuurt op meer productie voor minder geld”, concludeert Andre Louwen, huisarts en bestuurder van InEen. Het draagvlak voor innovatie en betere programmatische zorg, waarbij de kosten nu eenmaal voor de baat uitgaan, wordt daardoor aangetast.

 

Op weg naar 2016

3% van de afgesloten contracten heeft een meerjarige looptijd. Dat is bijzonder weinig, maar wel meer dan vorig jaar. Het geeft bovendien de kans om het in de komende contracteerperiode anders te doen en te leren van de opgedane ervaringen. Vooruitlopend op de contractering 2016, waarvoor de voorbereidingen al gaande zijn, wil InEen op zeer korte termijn met de bestuurlijke partners in gesprek over de resultaten van de Nivel enquête. Het realiseren van een sterke eerste lijn is niet in de laatste plaats ook in het belang van zorgverzekeraars en VWS. InEen gaat ervan uit dat in de komende periode belangrijke en substantiële stappen worden gezet om het doel van de nieuwe bekostigingssystematiek te bereiken. In de gesprekken daarover zal InEen met name inzetten op: - Uitbreiding van het kader voor ketenzorg; - Nieuwe bekostiging voor gezondheidscentra; - Stimuleren van substitutieruimte.

 

Hieronder kort een opsomming van de resultaten van de enquête. Het hele rapport is op te vragen bij InEen of bij het Nivel.

 

Enquêteresultaten zorggroepen en gezondheidscentra

  • 47% van de gezondheidscentra en zorggroepen is ontevreden over het proces van contractering.
  • 48% heeft onvoldoende onderhandelingsruimte ervaren. Zorgverzekeraars toonden zich bereid om de tafel te gaan zitten, maar onderhandeling over bekostigingsafspraken bleek niet mogelijk.
  • 50% is ontevreden over inhoud van het contract (tarief en voorwaarden).
  • De tarieven voor geïntegreerde eerstelijnszorg (GEZ-tarieven) bleven zoals afgesproken voor 2015 gelijk aan 2014. De ketenzorgtarieven daarentegen waren in het algemeen lager.
  • De volumes voor zowel ketenzorg als GEZ bleven gelijk aan 2014.
  • Minder zorggroepen dan in 2014 kunnen met de reserves risico’s dekken of vernieuwen. 50% van de zorggroepen geeft aan dat de afgesproken tarieven niet hoog genoeg zijn om een reserve op te bouwen.
  • In 40% van de contracten is sprake van een malussysteem: wanneer niet wordt voldaan aan de prestatie-indicatoren gaat de zorggroep erop achteruit. In 40% van de contracten is sprake van het gewenste bonussysteem en in 20% van een combinatie.
  • 50% maakte voor 2015 substitutie-afspraken. Dit percentage is hetzelfde als in 2014 (aandacht voor substitutie niet toegenomen).
  • Een ruime meerderheid van de ketenzorgcontracten 2015 zijn eenjarig.
  • 51% van de zorggroepen maakt zich zorgen over het voortbestaan.
  • 80% van de gezondheidscentra maakt zich zorgen over het voortbestaan (door onzekerheid over de GEZ-tarieven).

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.
Veel eerstelijnspraktijken vrezen voortbestaan