Ronde Tafel Fysiotherapie: ‘Door digitale zorg neemt de therapietrouw met ruim 30 procent toe’

Charlotte van Laar schetst de branche fysiotherapie in cijfers en trends. ‘De vergrijzing neemt toe en daarmee ook de zorgvraag. Er is meer focus op preventie en zelfzorg. De fysiotherapeut is een belangrijke speler binnen de eerstelijns gezondheidszorg in Nederland. De verwachting is dat door de steeds grotere zorgvraag en de doelstelling vanuit onder andere de overheid van ‘de juiste zorg op de juiste plek’ deze rol nog belangrijker gaat worden.’

In Nederland zijn in 2020 35.112 fysiotherapeuten met een BIG-registratie actief, die in 9.520 praktijken werken. Fysiotherapie is goed voor € 500 miljoen omzet via de basisverzekering en nog eens € 1 miljard via de aanvullende zorgverzekering. 22 procent van de fysiotherapeuten verwacht de komende tien jaar met pensioen te gaan.

Stelling 1. Digitale zorg in de fysiotherapie is absolute noodzaak.

De algemene stemming is dat digitale zorg nodig en onvermijdelijk is, waarbij diverse sprekers wel pleiten voor afbakening. Ron Haanschoten (ADFYS Montfoort) vindt bijvoorbeeld digitale zorg absoluut noodzakelijk omdat dit meer keuze biedt aan de patiënt als deze de therapeut nodig heeft.

Een deelnemer vertelt dat Hogeschool Utrecht onderzoek heeft gedaan naar de invloed van apps bij het bevorderen van therapietrouw. ‘Dan blijkt dat bij toepassing van een app de therapietrouw met 30-40 procent toeneemt, ten opzichte van de reguliere zorg. Het werkt dus wel.’ 

Arthur Bennink (Pro-F Enschede) ziet dat de digitalisering veel administratie oplevert. De vele vragenlijsten zijn vaak ook bijzonder klantonvriendelijk, vindt hij. ‘Iedereen kijkt nu steeds naar elkaar, fysiotherapeut en verzekeraar bijvoorbeeld, maar kunnen ze ook samen iets in gang zetten?'  Eva Luijkx wil de patiënt ook niet onderschatten en ziet tal van mogelijkheden. ‘Er is zo veel mogelijk: een filmpje op YouTube, Physitrack als oefenprogramma geïntegreerd met het patiëntendossier.’

Guido van Woerkom ziet de Landelijke Database Fysiotherapie als een belangrijk voorbeeld. ‘Die bevat de informatie over drie miljoen afgeronde behandelingen. De zorgverlener kan zich daaraan spiegelen. Overal in de samenleving is sprake van digitalisering en big data is de zuurstof van de verandering.’

Stelling 2: De masteropleiding is de nieuwe norm.

De meningen over deze stelling liggen nogal verdeeld. Gerard van der Wees geeft aan dat in zijn praktijk de mensen met een master ‘beter naar voren’ komen in de statistieken, dan de mensen die geen master hebben. ‘Masters zijn altijd volgepland. Bij niet-master opgeleide therapeuten kost het meer moeite om de agenda vol te krijgen. Daaruit blijkt dat het opleidingsniveau zeker van waarde is voor de individuele patiënt.’

Arthur Bennink (Pro-F Enschede) ziet als sportfysio niet de meerwaarde van het masterniveau. ‘In de praktijk is het zo dat fysio’s bezig zijn met de kwaliteit van hun behandeling, in plaats van te kijken naar de mechanica. Zelf ligt mijn passie niet in de theorie, maar bij de patiënt. Ik heb wel masteropgeleide fysio’s in mijn praktijk en ook een wetenschapper, voor zestien uur per week.’   

Eva Luijkx heeft zelf verschillende masterstudies afgerond. Toch zit er voor haar als praktijkhouder ook een keerzijde aan masteropgeleide therapeuten. ‘Zij volgen de master en willen dan ook meer verdienen. Daardoor versmallen onze marges en dat betekent dat we weer moeten groeien. We hebben nu een senior-, medior- en juniorsysteem ingevoerd, omdat ik de masters anders niet meer kan betalen. Niet iedere fysiotherapeut hoeft een master te hebben gedaan, maar als je een dergelijke opleiding wel hebt, mag er ook iets tegenover staan.’

Wendy Scholtes Bos (Kinderfysiotherapie ’s Gravenzande) stelt dat het niveau van de beroepsgroep heel hoog is. ‘Door te zeggen dat iedereen een master moet hebben, doen we onszelf als beroepsgroep soms te kort. Bij ons in de praktijk is iedereen master, maar dat wil niet zeggen dat het behandelgemiddelde naar beneden gaat. We krijgen vaak patiënten doorverwezen die soms langer therapie nodig hebben. De stelling dat je minder behandelt, gaat zeker niet op.‘

Lees het hele verslag van Ronde Tafel Fysiotherapie in MedischOndernemen, editie 1 2020. Klik hier voor het themadossier ' Ronde Tafels voor de eerste lijn'.