Wouter Bos (Menzis) stelt dat akkoorden als IZA niet meer werken: 'Zorg wordt alleen toekomstbestendig met meer dwang en drang en heldere beleidskeuzes’

dinsdag 19 november 2024
timer 6 min
Wouter Bos (Fotografie: Werry Crone/Menzis)

Wouter Bos (Coöperatie Menzis): ‘Meer digitale en minder fysieke consulten, dat is een van de heilige huisjes die moeten sneuvelen’ (Fotografie: Werry Crone/Menzis)

Wouter Bos, bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar Coöperatie Menzis, plaatste onlangs in de Rode Hoed grote vraagtekens bij het effect van zorgakkoorden als het Integraal Zorgakkoord. Bos stelt dat het IZA niet werkt in een overbelast systeem met ernstige personeelskrapte en stijgende zorgvraag. Om de zorg toegankelijk en werkbaar te houden is er volgens hem meer nodig: daadkrachtige inzet op digitalisering, samenwerking met het sociaal domein én vooral heldere beleidskeuzes. ‘Ik hoop dat de minister de problemen in de zorg niet groter maakt dan ze nu al zijn.’

Wouter Bos pleitte – tijdens het Rode Hoed Symposium op 2 oktober – voor het loslaten van zorgakkoorden als methode om transities tot stand te brengen. Is het niet voorbarig om nu al een akkoord los te laten dat onder grote druk tot stand kwam, een hele sector bezighoudt en waar miljarden mee gemoeid zijn? Nee, de methode die door het Centraal Planbureau werd bedacht, werkt gewoon niet meer, legt Bos nog maar eens uit.

Wouter Bos: ‘Het Centraal Planbureau kwam ooit met het idee dat akkoorden een methode zijn om geld op te leveren. Dat was een magische oplossing voor een enorm probleem dat de politieke partijen hadden: hoe bespaar je op de stijgende kosten van de gezondheidszorg zonder dat je het pakket inkrimpt of zonder het eigen risico te verhogen? Toen lanceerde het CPB dat idee om in de sector onderling af te spreken dat je kosten in de gaten houdt, door vooral efficiënter te werken. Het CPB berekende hoeveel miljard ze er mee konden besparen. Dat was natuurlijk goud waard, want dan hoefde de politiek niet aan de basisverzekering en eigen risico te tornen, geen ziekenhuis te sluiten of andere ingewikkelde dingen te doen.’

‘Pijnlijke maatregelen’

Het Hoofdlijnenakkoord werkte in een tijd dat er nog ‘laaghangend fruit’ was om efficiencywinst te boeken, vervolgt Bos. ‘De laatste jaren merken we dat je niet meer van het veld kan verwachten dat men nog harder werkt. De sector staat onder hele grote spanning en is in hoge mate al overvraagd. Op talloze plekken is de vraag naar zorg groter dan we in staat zijn met elkaar te bieden. Dat komt ook door de personeelstekorten: personeel valt uit, er zijn veel burn-outs, veel mensen verlaten de zorg. Dus de tijd waarin we, als we allemaal nog wat harder en slimmer werken, met minder middelen toekunnen, is ten einde. Als de sector de stijging van de zorgkosten nog meer moet remmen, dan kan dat alleen met pijnlijke maatregelen, waarbij de politiek ook aan zet is.’

Het Integraal Zorgakkoord was toch meer dan een kostenverhaal?

Wouter Bos: ‘Je kunt het ook benaderen vanuit de arbeidsmarkt. We hebben op talloze plekken al te weinig mensen om de zorg te leveren die gevraagd wordt. Als je dan niet wilt dat dat tot wachtlijsten leidt, tot overvraging van de medewerkers, dan moet je maatregelen nemen om de zorgvraag af te remmen of door het aanbod anders te organiseren. Bijvoorbeeld door fysiek aanbod te vervangen door digitaal aanbod en stappen te zetten naar een ander ziekenhuislandschap. Dat zijn stuk voor stuk pijnlijke interventies die men eigenlijk heel lang af heeft kunnen houden, juist door de traditionele manier waarop zorgakkoorden gesloten worden.’

Het IZA moest ook betere samenwerking bewerkstelligen rond de patiënt en huisartsen kregen meer tijd voor de patiënt. Werkt dat niet?

‘Als je te weinig huisartsen hebt en je gaat per patiënt meer tijd besteden, dan vergroot je daarmee per saldo het arbeidsmarktprobleem rond huisartsen en heb je meer huisartsen nodig om dezelfde patiënten te kunnen helpen. Meer tijd voor de patiënt is een goede zaak, maar tegelijkertijd moeten we ook zorgen dat er minder patiënten naar de huisarts gaan, anders loopt het daar alsnog over. Dan is het belangrijk dat je in het sociaal domein in de gemeenten dat deel van de zorgvraag kunt opvangen dat in werkelijkheid geen zorgvraag is.’

‘Alleen: ook gemeenten hebben grote moeite om de mensen daarvoor te vinden en ze hebben een financieel probleem. Ze zijn nog in discussie met het Rijk of ze de financiële middelen krijgen om een deel van die mogelijke zorgvraag af te buigen richting schuldhulpverlening, armoedebestrijding en huisvestingsbeleid. De VNG is onlangs uit het overleg met het kabinet over het IZA is gestapt omdat het financiële probleem niet is opgelost. (Zie Skipr: VNG stapt uit het IZA, 1 november 2024) ’

Cover MO4 2024 Wouter (Menzis) over het IZA
MedischOndernemen 4 - 2024 -  Als abonnee leest u alle online magazines via de bibliotheek

Dus lukt een van de grote doelen van IZA – samenhang met het sociaal domein versterken – niet?

‘De gemeenten zeggen: ‘We snappen dat we meer vragen moeten ondervangen die anders in de zorg terecht komen, terwijl ze niet over zorg gaan. Daarvoor moeten we dan wel de capaciteit hebben.’ Dat was hun laatste boodschap naar het ministerie van VWS. Er gebeuren dus allerlei dingen, maar een structurele verplaatsing van de zorgvraag naar het sociaal domein hapert vanwege de uitvoeringscapaciteit en gebrek aan financiële middelen bij gemeenten.’

Meer Tijd voor de Patiënt en digitale consulten waren belangrijke punten voor huisartsen in het IZA. Blijft dat steken in goede voornemens?

‘Nee, Meer Tijd voor de Patiënt is gewoon ingevuld. We betalen voor langere consulten. We hopen ook dat dat ertoe leidt dat artsen minder snel patiënten doorverwijzen naar het ziekenhuis. Dat zou een hartstikke goed effect zijn. Alleen: als je meer tijd neemt voor de patiënt, dan heb je als huisarts per saldo dus minder tijd en kun je minder patiënten aan. Dus tegelijkertijd zijn ook huisartsen erbij gebaat dat we de toestroom naar de praktijken wel afremmen. Dat moeten we dan wel afbuigen richting sociaal domein in gemeenten.’

De inzet op digitale consulten hapert, omdat de afspraken daarover te vrijblijvend zijn, zegt u. Hoe zit dat?

‘Ik zie een aantal problemen met digitalisering. Voor corona zeiden een heleboel artsen: digitalisering moet je niet doen, je moet iemand in de ogen kunnen kijken. Tijdens corona bleek er heel veel digitaal mogelijk, waarbij er geen enkele aanwijzing was dat dat ten koste ging van de kwaliteit van de zorg. Na corona zag je weer een terugval: artsen doen toch liever een fysiek consult dan digitaal.’

‘Verder blijken digitale consulten vaak bovenop fysieke consulten te komen. Daarmee bespaar je natuurlijk niet op de tijd van verpleegkundigen of artsen en dus je ook niet op geld. Misschien moet er toch wat meer drang en dwang achter die digitalisering. Zodat het echt in plaats van fysieke consulten komt en niet erbovenop. Tenslotte zien we dat veel initiatieven rond digitalisering goed gaan, bijvoorbeeld op pilotniveau in het land. Maar echt omschakelen – “Dit gaan we nu overal zo doen”- blijkt notoir ingewikkeld.’

Maar dwang en drang bij digitalisering lijkt iets dat de minister moet opleggen?

‘Ja, je kunt zeggen dat van de verzekerde zorg op bepaalde gebieden alleen de digitale afspraak verzekerd is. Of dat de fysieke afspraak wel is verzekerd als je eerst gebruik maakt van de digitale afspraak. Over die dwang en drang moeten we nadenken. Dat laat meteen zien dat het traditionele zorgakkoord, waarbij je geen beleid nodig hebt en tegen elkaar zegt: “We gaan dit zo doen”, niet meer werkt.’

U heeft het over ‘zorgakkoorden’. Bent u ook somber over de preventie-akkoorden?

‘Overal in de zorg hebben we te maken met medewerkers, vaak verpleegkundigen of praktijkondersteuners, die zwaar overvraagd worden. Er zijn te weinig artsen en verpleegkundigen en er is een steeds stijgende vraag naar zorg. Als je dan ook nog gaat bezuinigen op preventie, dan is natuurlijk het netto effect dat mensen nog vaker of sneller naar de huisarts en praktijkondersteuners, die al zo overvraagd zijn. Dus de druk op de zorgmedewerkers neemt alleen maar toe. Daar ben ik wel bezorgd over, ja.’

Ziet u ook een samenhang tussen preventie en een ander zorglandschap?

‘Het belangrijkste is dat je een grotere diversiteit zult krijgen in ziekenhuisprofielen. Niet elk ziekenhuis doet meer alles. Het ene ziekenhuis doet meer van het een, het ander meer van het ander. Grofweg betekent dat als een ingreep complexer is, concentratie meer voor de hand ligt. Als het gaat om zorg voor chronische zieken en zorg die je dichtbij mensen beschikt maakt, dan betekent het dat je meer leunt op streekziekenhuizen. Die ontwikkeling is denk ik nog lang niet ten einde.’

‘We zien bijvoorbeeld steeds grotere samenwerking tussen de kleinere streekziekenhuizen en de eerste lijn. Je ziet de huisartsenposten van aard veranderen. Je ziet maatschappelijk werk, fysiotherapie en huisartsen onder één dak komen. Dan heb je het over anderhalve lijn en daar gebeurt heel veel. Het zijn echt twee bewegingen: alles en iedereen bij elkaar brengen die in de eerste en anderhalve lijn dicht bij mensen beschikbaar moeten zijn. Anderzijds is er de zorg die complexer is en waar je wat verder voor moet reizen.’

Heilige huisjes sneuvelen niet met akkoorden, maar er is beleid nodig, zegt u. Wat verwacht u van de minister van VWS?

‘Ik hoop dat de minister de problemen in de zorg niet groter maakt dan ze nu al zijn. Je ziet bijvoorbeeld dat door de verlaging van het eigen risico, de wachtlijsten in de zorg groeien en dat zegt ze zelf ook. Dat vind ik nogal wat: dat een minister door haar eigen beleid de problemen in de gezondheidszorg vergroot en dat ook zelf toegeeft. Dat helpt denk ik niet. Ten tweede zul je denk ik wat dwingender om moeten gaan met een aantal zaken die bijdragen aan het oplossen van de problematiek. Digitalisering is daar een van.’

U klinkt wat somber. Wat maakt voor u het werken als zorgverzekeraar zo boeiend?

‘Het zijn ook geen makkelijke tijden. Al dit soort discussies boeien me enorm: de zorg toegankelijk en betaalbaar houden voor iedereen die het nodig heeft. Dat is voor mij persoonlijk de motivatie om bij een zorgverzekeraar te werken.’


Meer lezen


Dit is een ingekorte voorpublicatie van het artikel dat binnenkort in het digitale magazine van MedischOndernemen verschijnt.

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.

Meer artikelen met dit thema

mic_external_onInterview

Chris Bruijn over Paramedisch Platform Flevoland en het IZA: ‘Naar een zorgsysteem waarin we samen optrekken zonder rompslomp’

9 dec om 14:18 uurtimer7 min

Chris Bruijn is eigenaar van fysiopraktijk KernGezond en voorzitter van het Paramedisch Platform Flevoland. Hij…

Lees verder »
Erik van Dam, gasthoofdredacteur MedischOndernemen (Foto: VvAA)
all_inclusiveAchtergrondartikel

Gasthoofdredacteur Erik van Dam in de nieuwe MedischOndernemen: ‘Ontregelen. Just do it!’

28 nov om 13:30 uurtimer4 min

Een themanummer over wet- en regelgeving? Klinkt logisch, er speelt immers veel. En ik zie in deze editie…

Lees verder »
Bart Smit, bestuursvoorzitter van HOOG Oost-Gelderland - Foto: HOOG
mic_external_onInterview

Bart Smit (HOOG) over de voortgang van het IZA in de regio: ‘Huisarts wordt cruciale schakel tussen zorg en sociaal domein’

20 nov om 14:30 uurtimer6 min

Hoe werkt een regionale huisartsenorganisatie als het Gelderse HOOG aan uitvoering van het Integraal…

Lees verder »
Michel van Schaik (Foto: Rabobank)
mic_external_onInterview

Michel van Schaik (Rabobank) over de zorg en eerste lijn in 2040: ‘Bouw geen ziekenhuis of praktijk, maar een vitaliteitscampus’

19 nov om 10:00 uurtimer8 min

Michel van Schaik, directeur gezondheidszorg bij de Rabobank, blikt vooruit naar de zorg in 2040. Samen met…

Lees verder »
Rob van Damme - Foto: Praktijk Bast & Van Damme
person_outlineBlog

Wondere wereld: 'Handhaving van de wet DBA schiet doel voorbij'

15 nov om 10:30 uurtimer4 min

Ineens is het werkveld in rep en roer over de handhaving van de wet DBA vanaf 1 januari. ‘Toch wel bijzonder na…

Lees verder »
mic_external_onInterview

LACH Mondzorg-tandartsen over de handhaving van de DBA: ‘We kiezen uit overtuiging voor loondienst, maar of dat rendabel is?’

15 nov om 09:30 uurtimer5 min

Anderhalf jaar geleden openden tandartsen Cheryl Tjon, Bart Jansen en Paul Heijnen hun praktijk LACH Mondzorg…

Lees verder »
Foto: Shutterstock.
flash_onNieuws

Lunchwebinar MO Actueel: ‘Handhaving op de wet DBA. Wat betekent dat voor praktijkhouders, praktijkmanagers en zelfstandigen?'

8 nov om 10:32 uurtimer3 min

Tijdens het lunchwebinar MO Actueel op 26 november staat de vraag centraal: ‘Handhaving op de…

Lees verder »
mic_external_onInterview

Praktijkhouder Alexander Tolmeijer pleit voor aanpassing van de Wet VBAR: ‘Zzp’ers zijn de olie van de mondzorg’

23 okt om 13:45 uurtimer6 min

Alexander Tolmeijer, tandarts-praktijkhouder, jurist en directeur van adviesbureau Dentiva, voorziet onrust als…

Lees verder »