Prachtige praktijken: Tandartspraktijk Waterkwartier en de kracht van synergie

donderdag 7 mei 2020

timer 7 min

Tandarts Sigrid Bestebroer nam in 2018 het initiatief tot een mondzorgcentrum in het centrum van Zutphen. Het voormalige hoofdkantoor van een onderwijsstichting biedt ruimte aan Tandartspraktijk Waterkwartier, praktijken voor mondhygiënisten en orthodontisten en een tandtechnisch laboratorium. Bestebroer wilde het gebouw graag verduurzamen, voorzag het pand van 155 zonnepanelen en liet haar praktijk op basis van ‘biophilic design’ ontwerpen.

Tandartspraktijk Waterkwartier in Zutphen is eind april heringericht volgens de regels van de lockdown: de looproute is gemarkeerd met linten, de speelhoek en de poetshoek zijn gesloten. Die week hebben de tandartsen landelijk besloten tot een herstart: medewerkers zijn in de behandelkamers druk bezig afspraken te maken met patiënten van wie de behandeling vaak wekenlang is uitgesteld.

Bij de praktijk van Sigrid Bestebroer (60) werken nu drie tandartsen. Zelf wil ze nog ‘zeker zeven jaar’ werken en intussen haar opvolgers vinden. ‘Opvolging wordt de komende jaren voor mij wel relevant, hoewel ik er nog niet aan moet denken.’ Tandartspraktijk Waterkwartier bestaat uit een reguliere praktijk en een inmiddels zelfstandige mobiele mondzorgpraktijk voor ouderen in verzorgings- en verpleeginstellingen, Thuistandarts.nl .

‘Ondernemen moet je leren’

Bestebroer werkte lang als bioloog bij keuringsinstituut KEMA. Pas op haar 44 ^e ging ze tandheelkunde studeren en kreeg op haar 50 ^e, in 2009, het tandartsdiploma. ‘Ik heb nog nooit zoiets leuks gedaan, studeren tussen al die jongeren’, zegt ze. ‘Omdat ik wel een opleiding in de tandheelkunde had gedaan, maar niet in het voeren van een praktijk, ging ik een jaar lang meelopen bij twee tandartsen. De aspecten ‘praktijk voeren’ en ‘ondernemerschap’ komen in de opleiding heel spaarzaam aan de orde. Ik wilde wel zelf een praktijk runnen.’

Na een jaar kon ze een praktijk in Zutphen overnemen. Ook begon ze in een verpleeghuis als tandarts voor ouderen. ‘De zittende tandarts ging toevallig daar weg. Tegelijk kon ik de reguliere praktijk overnemen van een tandarts die aan het afbouwen was en met pensioen wilde. Ik heb meteen mijn eigen nieuwe behandelkamer ingericht en nam geleidelijk zijn patiënten over. Na zijn afscheid ging ik met twee kamers door. Daarna nam ik nog het patiëntenbestand van de andere praktijk over.’

Voor Bestebroer komen in de tandheelkunde een aantal van haar interes ses samen. ‘Het is handwerk en je kunt ondernemen. Daarbij is het medisch en heb je veel contact met patiënten. Dat maakt het heel leuk, zelfs in een periode zoals nu waarbij alles door de lockdown stil ligt. Ik heb namelijk een band met mijn patiënten, waardoor ik ook aan de telefoon precies weet wie ik aan de lijn heb. De relatie met onze patiënten is heel goed.’

‘Kracht van synergie’

Haar eerste praktijk groeide door en haar oog viel op een centraal kantoor van een onderwijskoepel, dat te koop stond. ‘Ik groeide uit mijn jasje en kwam erachter dat ook anderen, zoals mondhygiënisten, een nieuwe locatie zochten. Dit gebouw heeft wel vijf jaar te koop gestaan, maar was veel te groot voor onze praktijk. We hebben het pand samen met de orthodontisten gekocht.’ Het pand biedt nu ruimte aan vier praktijken, naast een grotere centrale ruimte die als kantine dienst doet. Bestebroer zou er graag lezingen en thema-avonden organiseren voor het publiek of collega’s uit de Tandartsenkring Zutphen.

De synergie tussen de praktijken moet nog verder vorm krijgen. Ze schetst de voordelen van de samenwerking op een locatie. En dat gaat niet alleen om omzet. ‘Soms verwijzen we patiënten naar de mondhygiënist en omgekeerd verwijzen ze naar ons. De orthodontisten hebben een apparaat, waarmee ze rondom foto’s kunnen maken en die we soms aanvragen. Ook hebben we afspraken gemaakt met het tandtechnisch laboratorium. Het betekent wel dat je moet kunnen heenstappen over het feit dat je soms omzet overdraagt. Toch is dat de meerwaarde van het concept van dit mondzorgcentrum.’

‘Energiecentrale op het dak’

De opzet van het mondzorgcentrum bood Bestebroer ook de kans om haar praktijk meer duurzaam te maken en te kijken of het pand van het gas af kon. De eerste stap was de aanleg van 155 zonnepanelen op het dak, vertelt ze met de nodige trots. ‘We produceren daarmee net zoveel elektriciteit als we met vier praktijken een jaar lang verbruiken. We zijn overdag aan het werk, terwijl de zonne-energie op het dak geproduceerd wordt. Sterilisatoren, autoklaven en airco’s gebruiken heel veel stroom en dat produceren we allemaal zelf. We gebruiken nog een beetje gas voor basisverwarming van het pand. Per partij hebben we geen elektriciteitsmeters, maar slaan de elektriciteit per vierkante meter om.’

Ook de sfeer in de praktijk heeft een groene uitstraling: het ontwerp is gebaseerd op zogeheten ‘biofilic design’ . De behandelkamers hebben geen nummers, maar zijn voorzien van bomennamen als: de berk, de wilg, de beuk en de spar. Op de muren hangen detailfoto’s van de bomen. Bestebroer: ‘Het ontwerp gaat uit van natuurkleuren en beelden. Mensen worden daar rustig van, het werkt stressverlagend. Dat hoor ik ook vaak terug van mensen, ze reageren daar altijd op.’

De andere pijler van de praktijk van Bestebroer was de Thuistandarts, die mondzorg biedt aan 700 patiënten in verpleeghuizen in de Achterhoek. Inmiddels is dit onderdeel verzelfstandigd. ‘De tandheelkunde voor ouderen is wat basaler, maar de hulp die je kunt bieden is heel dankbaar. Dat groeide zo snel, dat we het als bedrijf hebben verzelfstandigd. Inmiddels komen we op 22 locaties rond Zutphen, Doetinchem en Rijssen. Er komt veel planning bij kijken en dat was moeilijk vol te houden binnen de praktijk.’

‘Menselijke maat is aangenaam’

Het ondernemerschap bestaat voor Bestebroer vooral uit goede zorg bieden. ‘Negen van de tien mensen die naar de tandarts gaan, komen met een zekere angst of stress. Je moet in staat zijn om mensen goed te helpen en ze met vertrouwen te laten komen, anders komen ze niet.’ De ontwikkeling die de praktijk doormaakt – als onderdeel van een groter mondzorgcentrum – is conform de trend in de mondzorg. ‘De kleinere praktijk van een tandarts, eventueel met een mondhygiënist faseren helemaal uit. Zelf geloof ik ook niet in hele grootschalige praktijken, met 27 behandelstoelen en tien tandartsen. Juist de menselijke maat maakt het voor onze patiënten heel aangenaam.’

Zelf had Bestebroer niet voorzien dat ze, toen ze op haar 50 ^e begon met een solopraktijk, tien jaar later het initiatief zou nemen tot een veelzijdig mondzorgcentrum. ‘Als je merkt dat de praktijk blijft groeien, dan doe je het goed. Kennelijk zeggen mensen dat dit een goede praktijk is waar je heen moet. We leveren kwalitatief goede mondzorg en doen dat op een manier dat mensen zeggen: “Dat is fijn, daar moet je heen.” Als we dat door kunnen zetten, heb ik iets afgeleverd wat waarde heeft en waar ik erg trots op ben. Alleen een praktijk opzetten en die dan weer snel verkopen, levert voor mij geen enkele motivatie op.’