Als de onderbetaling van de praktijkhouder blijft bestaan, verdwijnt de zelfstandige huisarts
Landelijk is nog slechts 60% van de huisartsen praktijkhoudend, in onze regio nog maar 50%. De animo om een eigen praktijk te beginnen is erg klein. Eigenlijk wil 80% van de jonge huisartsen na de opleiding een eigen praktijk met een vaste groep patiënten. Vroeger was dat bijna 100%. Maar het aantal huisartsen dat het daadwerkelijk doet, zakt nog steeds. Het loont kennelijk te weinig, schrijft Thieu Heijltjes in zijn 50e blog voor MedischOndernemen.
Onlangs schreef ik over Co-Med en het ontstaan van al dan niet commerciële huisartsenketens. Ik denk dat het praktijkhouderschap, zoals het nu functioneert, gaat verdwijnen. De LHV ziet echter nog een kans om de groei van het aantal praktijkhoudende huisartsen te stimuleren en begint het meerjarige Programma Praktijkhouderschap onder leiding van Lennart Rijkers.
In De Dokter (2024-3) vertelt hij: ‘Er zijn allerlei onderzoeken gedaan naar de oorzaken, maar dat ging altijd over deelaspecten. Wij duiken daar als LHV nog dieper in. Er loopt nu een interessant meerjarig onderzoek bij de Rijksuniversiteit Groningen naar de verminderde belangstelling voor het praktijkhouderschap. Daar hopen we de komende jaren meer van te horen. Als we goed in beeld hebben wat de oorzaken zijn, kunnen we daar beter beleid op maken en daar vervolgens weer passende producten bij ontwikkelen.’
Het praktijkhouderschap is onderbetaald
Voor mij is het zonder jarenlang onderzoek nu al duidelijk: het praktijkhouderschap is onderbetaald. Praktijkhouders ontvangen geen of te weinig honorering voor het dragen van de verantwoordelijkheid, voor de investeringen, voor de zorg voor de continuïteit, voor het uitvoeren van de diensten in avonden, nachten en weekenden en tenslotte moeten ze wel voldoen aan een groeiende berg aan overheidsregels. Dan verdien je als waarnemer nauwelijks minder en ben je vrij. Wie wordt dan nog praktijkhouder?
Een half jaar geleden dwong de bestuursrechter de Nza tot een herijking van de tarieven: ‘Het College is van oordeel dat de NZa er niet in is geslaagd om aannemelijk te maken dat de tarieven 2023 en 2024 kostendekkend zijn, omdat een herijking ontbreekt.’ Als 50 tot 60% van de huisartsen het risico loopt dat een tarief niet kostendekkend is, wordt voor hen dat risico snel te hoog. De waarnemers kunnen immers wel een vast uurtarief bedingen. En die waarnemers worden weer betaald door de praktijkhouders.
Veel werk blijft geheel onbetaald
Eigenlijk zijn kostenonderzoeken nauwelijks meer relevant, omdat het eigenlijk niet alleen meer gaat over de kosten van een standaard huisartsenpraktijk. Het gaat over het dragen van de verantwoordelijkheid, over investeren, en dus risico nemen met eigen geld en tijd, over zorgen voor de continuïteit, over diensten draaien en het opvolgen van de vele overheidsregels. Hiervoor bestaat nauwelijks een honorering, want het hoort immers bij het werk van de praktijkhoudend huisarts. Dit onbetaalde werk weerhoudt veel pas afgestudeerde huisartsen ervan om praktijkhouder te worden.
Praktijkhoudend huisarts is vogelvrij
Als praktijkhoudend huisarts wordt je werk bepaald door de zorgverzekeraars, de Nza en steeds meer door de politiek. Eigenlijk ben je als praktijkhoudend huisarts een beetje ‘vogelvrij’ en weet je niet wat je te wachten staat. Je mag hopen dat de LHV goed voor je belangen opkomt. Zoals Anton Maes schrijft: ‘Allereerst valt mij op dat beide aspecten weinig aandacht krijgen op de websites van de beroepsverenigingen, zowel wat betreft de binnen- als de buitenring van de IZA-deelnemers. Daarnaast moet je eerlijkheidshalve ook constateren dat je als zorgverlener eigenlijk eerst een cursus moet volgen om nog te weten wat je rechten zijn’. (Zorgcontractering als speelbal van beleid, 28 juni 2024)
Praktijkhouder in loondienst
Een mooi alternatief voor het ouderwetse uitgeholde praktijkhouderschap is ook te lezen in De Dokter (2024-3), namelijk Praktijkhouder in Loondienst. De bevolkingsgroei in onze eigen Europese Silicon Valley - de regio rond Eindhoven - gaat zo hard dat men alles moet doen om de infrastructuur voor de zorg overeind te houden. Het gezondheidscentrum Stroomz biedt de kans om praktijkhouder te zijn zonder de zorgen over bedrijfsvoering, regeldruk en ICT-systemen. (Lees bijvoorbeeld: Wat biedt Stroomz?)
Keten heeft voordelen
Stroomz is een stichting en absoluut niet commercieel, maar kan wel een soort keten worden. Voor huisartsen kan dat veel voordelen bieden: ‘Huisartsen kunnen zich helemaal gaan richten op de gezondheidszorg. Ze krijgen daarvoor een vaste uurvergoeding. Het merendeel van de waarnemende huisartsen werkt al voor een uurvergoeding (ZZP) en is daar blij mee. In een ketenorganisatie komen de praktijkhouders vrij voor uitsluitend medisch werk. Voor de avond- en weekenddienst zijn dan niet meer alleen de praktijkhoudende huisartsen verantwoordelijk. Zij dragen niet meer het zakelijke risico voor hun praktijk. Zij zijn ook niet meer hun hele leven gebonden aan één praktijk. Eindelijk kun je als huisarts ook carrière maken.’ (Zie mijn blog: Co-Med deels failliet - wanneer gaat het grote samenklonteren in de huisartsenzorg beginnen?)
Praktijkhouder dreigt te verdwijnen
Ik verwacht dat als de onderbetaling van de zelfstandige praktijkhoudende huisarts blijft bestaan, dit beroep zal gaan verdwijnen. Men kan het de nu afstuderende huisartsen niet kwalijk nemen, dat zij de ‘markt’ volgen en kiezen voor een echt vrij leven als huisarts-ZZP-er. Als er een extra honorering komt voor het praktijkhouderschap, kunnen er meer stichtingen zoals Stroomz worden opgericht.
Thieu Heijltjes
Thieu Heijltjes is oud-huisarts en was na zijn pensioen nog zes jaar actief als SCEN-arts. Hij is bestuurslid van het Toon Hermans Huis in Weert, een inloophuis voor mensen die met kanker worden geconfronteerd. Ook is hij actief als coach en teambegeleider. Bij MedischOndernemen schrijft hij recensies en reflecties over actuele thema’s in de huisartsenpraktijk. Lees ook: Co-Med deels failliet - wanneer gaat het grote samenklonteren in de huisartsenzorg beginnen?
Meer artikelen met dit thema
4e Klein Bedrijf Index Fysiotherapie: ‘54 procent van de praktijkhouders denkt aan stoppen – een schokkend aantal’
15 jan om 17:30 uur 6 minDuurzaamheid in de zorg: welke stappen zet u?
19 dec 2024 3 minIn deze blog hebben we het over duurzaamheid in de zorg. Duurzaamheid wordt steeds belangrijker in de huidige…
Pleidooi voor alternatieve bekostiging: Betaling per verrichting geeft een perverse prikkel. Wat werkt dan wel?
22 okt 2024 5 minWaarom als praktijkhouder huwelijkse voorwaarden opmaken?
16 okt 2024 4 minTijdens je leven structuur aanbrengen in de bestemming en het beheer van je vermogen na overlijden. Dát is…
Estate planning voor de praktijkhouder: 5 tips!
9 okt 2024 5 minTijdens je leven structuur aanbrengen in de bestemming en het beheer van je vermogen na overlijden. Dát is…
Erik van Dam (VvAA) over de handhaving op ‘schijnzelfstandigheid’: ‘Kun je straks nog als zzp'er in de zorg werken? Dat lijkt heel beperkt’
20 sep 2024 6 minDe Belastingdienst gaat weer serieus handhaven op schijnzelfstandigheid en de bestaande modelovereenkomsten…
De nieuwe pensioenwet deel 1: De veranderingen in de nieuwe pensioenwet in het kort
12 sep 2024 3 minSinds 1 juli 2023 is de Wet Toekomst Pensioenen in werking getreden. In deze wet zijn afspraken vastgelegd over…
Infomedics introduceert Declaratieservice Plus: ‘Kwaliteit en cashflow van de praktijk verbetert en declaratieproces wordt efficiënter’
10 sep 2024 5 minInfomedics is van een relatief kleine factoringaanbieder in vijftien jaar uitgegroeid naar een alom aanwezige…
Herkenbaar, situatie vergelijkbaar met die in de fysiotherapie. NZA heeft daar echter geen zeggenschap wegens de "vrije tarieven" ivm veronderstelde marktwerking...Een kostendekkend minimum contract tarief zou wellicht kunnen bijdragen aan de uitstroom van collega fysiotherapeuten.
Ingediend door H. van Schuppen (niet geregistreerde gebruiker) op di, 16/07/2024 - 07:59
Reactie toevoegen