Zzp-tandarts werkend voor één opdrachtgever is geen ondernemer
In 2016 heeft een tandarts (die anononiem blijft, hierna X genoemd) een geding aangespannen tegen de inspecteur van de Belastingdienst (kantoor Utrecht). Het geschil is of haar inkomsten als zzp-tandarts zijn aan te merken als winst uit onderneming: X beantwoordt deze vraag bevestigend en de inspecteur ontkennend. Volgens de inspecteur is er sprake van resultaat uit overige werkzaamheden. X kreeg over 2011, 2012 en 2013 daarom een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd en een heffingsrente. Rechtbank Gelderland stelde op 22 september 2016 de inspecteur in het gelijk. X ging hiertegen in hoger beroep maar op 17 oktober jl. heeft het hof van Arnhem-Leeuwarden dit beroep ongegrond verklaard.
Achtergrond van het besluit
Belanghebbende, X, is in de jaren 2011, 2012 en 2013 op basis van overeenkomsten van opdracht werkzaam voor één tandartsenpraktijk. X declareert niet rechtstreeks aan de patiënten maar factureert uitsluitend aan de praktijk. X heeft geen eigen patiënten, doet zelf geen investeringen van betekenis en houdt zich feitelijk niet met de bedrijfsvoering bezig. Hof Arnhem-Leeuwarden beslist, net als de rechtbank, dat X geen ondernemer is in de zin van de Wet IB 2001 en dus geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Weliswaar zijn er formeel twee opdrachtgevers, namelijk de praktijkhouders, maar dat neemt niet weg dat de tandartsenpraktijk in feite haar (enige) opdrachtgever is. Het patiëntenbestand wordt door de tandartsenpraktijk centraal gevoerd en is voor de patiënten een als zodanig herkenbare entiteit. Als X al acquisitiewerkzaamheden heeft verricht, dan waren deze van zeer beperkte omvang. Uit het dossier valt niet af te leiden dat X actief naar nieuwe opdrachtgevers op zoek is gegaan. Verder acht het hof niet aannemelijk dat X met haar werkzaamheden een meer dan verwaarloosbaar ondernemersrisico heeft gelopen. X heeft ook geen investeringen gedaan. Dat X verantwoordelijk is voor haar werkzaamheden (beroepsaansprakelijkheidsverzekering), dat zij het risico van (onbetaalde) herstelwerkzaamheden loopt en dat zij is aangesloten bij een klacht- en tuchtregeling brengt niet mee dat zij ondernemer is. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. X heeft bij de aanvraag voor de VAR-WUO ten onrechte vermeld dat zij niet verwacht dat de inkomsten voor meer dan 70% bij één opdrachtgever worden behaald.

Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Praktijkmanager Fiona Harmsen als minister van VWS: ‘Kies voor vrouwenemancipatie als motor van de mondzorg’
18 dec om 16:00 uur4 minZorgvernieuwers aan het woord: Wat zou u doen als minister van VWS?
17 dec om 15:15 uur3 minKennisConnect coacht teams en leiders in de zorg: ‘Alles draait bij ons om werkgeluk’
17 dec om 11:30 uur5 minCalculus: eerste aanspreekpunt voor bedrijfsvoering in de huisartsenpraktijk
16 dec om 16:15 uur5 minWaar kun je dit jaar nog actie op ondernemen? Vijf fiscale tips voor praktijkhouders
10 dec om 13:30 uur5 minKabinetsformatie: 'Voor zzp’ers gaan we meer zekerheid creëren'
4 dec om 15:00 uur3 minIn het tussenverslag dat informateur Sybrand Buma samen met D66-leider Rob Jetten en CDA-leider Henri Bontenbal…
Webinar ‘HR-actualiteiten’: Overzicht, grip en praktische handvatten voor praktijkmanagers
1 dec om 09:00 uur5 minAdem in, adem uit: zo geef je stress minder grip op je werkdag
27 nov om 12:30 uur4 minEen werkdag kan soms voelen als een sprint die onverwacht verandert in een marathon. Je start fris, maar…

Reactie toevoegen