Bob van Ravensberg (Fysiovakbond FDV): ‘Elke dag stoppen tien fysiotherapeuten, maar de politiek grijpt niet in’

Bob van Ravensberg: ‘Iemand in de tweede lijn verdient gemiddeld 60 procent meer. Het verschil is bijna niet te bevatten.’ (Foto: Fysiovakbond FDV)
Fysiotherapeuten verlaten in groten getale het vak vanwege lage tarieven en een te hoge werkdruk. In zowel 2023 als 2024 stopten jaarlijks zo'n 3000 therapeuten. Liefst 70 procent van de beroepsgroep overweegt hetzelfde, zo blijkt uit onderzoek van Fysiovakbond FDV, die 1700 leden vertegenwoordigt. De oorzaak: het salaris staat niet in verhouding tot het opleidingsniveau en de verantwoordelijkheden. ‘De uitstroom leidt ertoe dat de druk op de huisartsenzorg verder toeneemt. Daar moet nu echt de noodrem op’, betoogt voorzitter Bob van Ravensberg.
‘In 2023 leek er eindelijk een cao aan te komen’, vertelt Bob van Ravensberg. ‘Maar die was veel te mager. De werkgevers hebben hem uiteindelijk niet eens voorgelegd aan hun leden. Ondertussen kregen wij wekelijks berichten van leden die aangaven: 'Ik trek het niet meer. Ik kan mijn vaste lasten niet meer betalen.' Of ze vertelden: 'Ik zeg mijn lidmaatschap op, ik verlaat het vak.'’ (Zie: Bob van Ravensberg (Fysiovakbond FDV): ‘Leden zijn bereid met de cao een doorstart te maken’)
De vakbond kreeg al langer alarmerende signalen over uitstroom, vooral om financiële redenen. ‘Niet omdat mensen het vak niet mooi vinden, maar omdat het financieel en qua toekomstperspectief niet houdbaar is. Daarom zijn we eind 2023 gestart met een objectief salarisonderzoek.’ (Zie: Arbeidsvoorwaarden in de eerstelijns fysiotherapie 2024)
Het onderzoek is uitgevoerd over 2023 en 2024 en gaf eenzelfde uitstroom weer?
‘Ja, dankzij de data uit Vektis kunnen we het verloop over meerdere jaren in kaart brengen. Op individueel niveau kun je dan zien of mensen nog steeds in de eerstelijn werken. Dat kan bijvoorbeeld via het BIG-register niet, want dat toont alleen of iemand nog geregistreerd is als fysiotherapeut, niet waar diegene werkt. Uit het onderzoek blijkt dat in 2023 zo'n 11 procent van alle fysio’s het vak heeft verlaten. Ook over 2024 bleek een afname van 11 procent van het aantal therapeuten.’
Hebben jullie ook in beeld waar die fysio’s naartoe gaan?
‘Dat weten we niet. Wat we wel weten, is dat de doorstroom naar de tweedelijnszorg niet groot is. Daar zijn gewoon niet zoveel vacatures voor fysiotherapeuten. Wat we horen, is dat mensen vaak overstappen naar de commerciële sector of een aanverwant beroep kiezen, zoals leefstijlcoach of docent lichamelijke opvoeding. Sommigen worden beleidsmedewerker, bijvoorbeeld bij de gemeente omdat ze daar goede arbeidsvoorwaarden bieden.’
De grootste groep verlaat binnen tien jaar na afstuderen het vak?
‘Klopt, binnen tien jaar na het behalen van het diploma verlaat ongeveer 69 procent het vak. Een masterstudent, die onderzoek deed naar de uitstroom, beschrijft de oorzaken in zijn scriptie: te lage salarissen, onderwaardering en gebrek aan toekomstperspectief. We horen zelden dat mensen het vak zelf niet leuk vinden of inhoudelijk saai vinden.’
Wat zijn de verschillen in arbeidsvoorwaarden tussen eerste en tweede lijn?
‘Het verschil is bijna niet te bevatten. Alleen al qua salaris verdient iemand in de tweede lijn gemiddeld 60 procent meer dan iemand in de eerste lijn. En dan heb je het nog niet over secundaire arbeidsvoorwaarden zoals pensioenopbouw en extra verlofdagen. Tel je die mee, dan wordt het verschil nog groter.’
De verschillen met andere beroepsgroepen lijken ook bizar. Zo zou het inkomen van een fysio in de eerste lijn de helft zijn van wat een timmerman verdient.
‘De werkgevers zijn nog bezig met een vervolgonderzoek, een vergelijkend salarisonderzoek tussen de verschillende branches. Dat verschijnt dit najaar en moet meer inzicht bieden. In de fysiotherapie hebben we het over uurlonen van ongeveer € 26 voor iemand met een hbo-diploma. Dat doet pijn in de portemonnee. Maar het gaat niet alleen om geld, het gaat ook om waardering. De patiënten waarderen fysiotherapeuten wel. Uit enquêtes blijkt telkens weer dat fysiotherapeuten gemiddeld een 8,5 tot 9,5 scoren. Mensen zijn ontzettend tevreden over de persoonlijke aandacht en begeleiding. Die waardering zie je niet terug in de beloning.’
‘Voor een hbo-opgeleide zorgprofessional met een belangrijke rol in het zorglandschap is dat scheef. Volgens ons onderzoeksrapport verdient een fulltime fysiotherapeut in de eerste lijn gemiddeld €42.000 per jaar, gebaseerd op een 40-urige werkweek. Ter vergelijking: de cao’s in de zorg, zoals die van ziekenhuizen, gaan uit van een 36-urige werkweek. Dat scheelt nogal. Daarbij komt dat van het bruto-inkomen nog eens ruim €300 per maand naar het beroepspensioenfonds gaat. Werknemers moeten die pensioenbijdrage grotendeels zelf betalen.’
Een directeur van Fontys Paramedische Opleidingen constateert tegelijk een daling van het aantal studenten. Dus aan de instroomkant wordt het vak ook minder populair?
‘Klopt. Ook andere directeuren van opleidingen zien die trend. De NZa onderschrijft dat ook in haar rapport: minder studenten kiezen voor de opleiding fysiotherapie. Verder horen we dat veel studenten die aan de opleiding beginnen, alsnog afhaken en iets anders kiezen. Bovendien zien we een afname van het aantal masterstudenten. Dat heeft gevolgen voor de kwaliteit en het toekomstperspectief van het vak.’
De NZa zou zich volgens de minister geen al te grote zorgen maken over de uitstroom. Klopt dat beeld?
‘Dat is wat de minister eruit haalt, maar het is een tussenrapportage van de NZa. Daarin zegt de NZa: op de korte termijn zijn er nog geen grote problemen, maar op de middellange termijn wél. Daarbij is hun onderzoeksmethode vrij beperkt, geven ze zelf aan. Ze hebben bijvoorbeeld gebeld naar een aantal praktijken met de vraag: ‘Ik heb schouderklachten, wanneer kan ik langskomen?’ Maar in een sector die onder grote druk staat, zegt zo'n telefoontje weinig. Praktijken willen geen patiënten verliezen, dus ze maken snel ruimte. Dat betekent niet dat de behandeling ook meteen start of dat de wachtlijsten verdwijnen.’
Ook de NZa erkent dat de arbeidsvoorwaarden problematisch zijn?
‘Zeker. In hun rapport staat expliciet dat de lage tarieven en slechte arbeidsvoorwaarden een probleem zijn op middellange termijn. Ze zeggen: de tarieven zijn te laag en de kloof met de tweede lijn is te groot. Dat zei de NZa ook in een reactie bij EenVandaag. Wij zijn daarover ook met hen in gesprek. In hun cijfers zit bijvoorbeeld een onduidelijkheid: ze gebruiken jaarverslagen van het pensioenfonds, maar daar vallen ook mensen onder die om andere redenen stoppen of slapend lid zijn van het pensioenfonds.’
Jullie hebben zelf ook onderzoek gedaan naar wachtlijsten. Wat kwam daaruit?
‘We zien flinke regionale verschillen. Landelijk geeft 40,8 procent van de praktijken aan dat er wachtlijsten zijn. Dat is aanzienlijk hoger dan wat de NZa rapporteert. Bij 15,5 procent van de praktijken zijn er dagelijks wachtlijsten. Vooral in Zuid-Holland, Noord-Holland en Limburg is dat zichtbaar. We hebben niet gekeken naar regionale verschillen in uitstroom van therapeuten, maar constateren dat 70 procent overweegt het vak te verlaten. Dat is echt schrikbarend.’
Strookt dat met het onderzoek van Rutger IJntema, die in de Klein Bedrijf Index Fysiotherapie constateert dat 54 procent van de praktijkhouders nadenkt over stoppen?
‘Ja, IJntema constateerde eerder dit jaar dat 17 procent van de praktijkhouders actief bezig was met stoppen. Van de overgebleven praktijkhouders overwoog 54 procent te stoppen. Daarnaast bleek uit zijn onderzoek dat 40 procent van de praktijkhouders stress ervaart op een niveau dat geassocieerd wordt met burn-out. De druk is dus enorm hoog in de branche.’
In 2023 was er bijna een cao, maar die werd door de Werkgeversvereniging Fysiotherapie niet voorgelegd aan hun leden. Jullie leden waren bereid met de cao ‘een doorstart te maken’. Hoe is nu de verhouding met de WVF?
‘Goed. We zien allemaal dat het om een politiek probleem gaat, dat om een politieke oplossing vraagt. Daarover bestaat geen twijfel, ook niet bij het KNGF. We werken goed samen met alle stakeholders. We zijn het eens over wat het probleem is en wat er moet gebeuren. De concept-cao, waar ook wij ons destijds achter hebben geschaard, was eigenlijk veel te mager en deed geen recht aan de functie van de fysiotherapie in de eerste lijn.’
Hangt het nu af van de politiek?
‘We willen de politiek laten inzien dat het dom is om nu niet te acteren. In de sector is sprake van een leegloop, een dubbele vergrijzing. Het ministerie van VWS zelf roept, onder meer via het IZA en het AZWA, dat er een verschuiving moet plaatsvinden van de duurdere tweede lijn naar de eerste lijn. De zorg moet dichtbij mensen plaatsvinden, maar dat gebeurt niet. De arbeidsvoorwaarden zijn zó slecht dat mensen het beroep verlaten en er wordt niet ingegrepen. Politici moeten dus hun verantwoordelijkheid nemen.’
Hangt dat weer af van een nieuwe Kamer na de verkiezingen?
‘Niet alleen. Tot aan de verkiezingen kan er ook nog een hoop gebeuren. We hebben een demissionair kabinet, maar de Tweede Kamer zit er nog steeds en kan moties indienen, stemmen, Kamervragen stellen. Dat gebeurt ook volop. Wij blijven ons inzetten om dit onderwerp op de radar te houden, om het maatschappelijk belang van fysiotherapie onder de aandacht te brengen. Politiek ingrijpen is nú nodig.'
‘Kijk bijvoorbeeld naar de motie van de SP om een Noodplan Fysiotherapie te ontwikkelen, die is aangenomen door vrijwel alle partijen, behalve de VVD en de SGP. Dat laat zien dat er brede politieke steun is om iets te doen. Daarbij zou het helpen als het ministerie VWS onderzoekt wat de maatschappelijke waarde van de fysiotherapie is, wat de kosten worden als we niets doen en aan welke knoppen we moeten draaien om de enorme uitstroom tegen te houden.’
‘Zelfs de NZa erkent de problemen: de slechte arbeidsvoorwaarden en de te lage tarieven. Terwijl de zorgvraag juist toeneemt, krimpt het aantal fysiotherapeuten. Elke dag stoppen tien fysiotherapeuten. De uitstroom leidt ertoe dat de druk op de huisartsenzorg verder toeneemt. Daar moet nu echt de noodrem op en er is politieke actie nodig. We kunnen niet blijven wachten.’
Meer lezen:
- NZa, Tussenrapportage onderzoek NZa: toegang tot fysiotherapie lijkt voldoende, 12 juni 2025
- Fysiovakbond FDV: Arbeidsvoorwaarden in de eerstelijns fysiotherapie 2024, juni 2025
- Bob van Ravensberg (Fysiovakbond FDV): ‘Leden zijn bereid met de cao een doorstart te maken’, 14 juli 2023
- 4e Klein Bedrijf Index Fysiotherapie: ‘54 procent van de praktijkhouders denkt aan stoppen – een schokkend aantal’, 15 januari 2025
Meer artikelen met dit thema
Lunchwebinar MO Actueel: ‘Handhaving op de wet DBA. Wat betekent dat voor praktijkhouders, praktijkmanagers en zelfstandigen?'
8 nov 2024 3 minTijdens het lunchwebinar MO Actueel op 26 november staat de vraag centraal: ‘Handhaving op de…
‘Meer gezonde jaren voor iedereen’: een unieke beschrijving van wat preventie oplevert
5 nov 2024 5 minHoelang en hoe gezond we leven, is in Nederland oneerlijk verdeeld. Als je theoretisch bent opgeleid en daarmee…
Praktijkhouder Alexander Tolmeijer pleit voor aanpassing van de Wet VBAR: ‘Zzp’ers zijn de olie van de mondzorg’
23 okt 2024 6 minAlexander Tolmeijer, tandarts-praktijkhouder, jurist en directeur van adviesbureau Dentiva, voorziet onrust als…
Schijnzelfstandigheid in de zorg: zo bereid je je voor
23 okt 2024 4 minIn deze blog hebben we het over schijnzelfstandigheid in de zorg. Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst…
Pleidooi voor alternatieve bekostiging: Betaling per verrichting geeft een perverse prikkel. Wat werkt dan wel?
22 okt 2024 5 min'De dokter en de vakgroep' van Paul Wormer: 'Elke regel bevat wijsheid die hij door ervaring heeft verworven'
16 okt 2024 5 minDe solist is bijna uitgestorven. Samenwerken met collegae is nu de norm. Bijna in alle vakken in de zorg. Of je…
Waarom als praktijkhouder huwelijkse voorwaarden opmaken?
16 okt 2024 4 minTijdens je leven structuur aanbrengen in de bestemming en het beheer van je vermogen na overlijden. Dát is…
Estate planning voor de praktijkhouder: 5 tips!
9 okt 2024 5 minTijdens je leven structuur aanbrengen in de bestemming en het beheer van je vermogen na overlijden. Dát is…
Reactie toevoegen